
GODEN
De zeiltocht naar Terschelling in de herfst van 2021 werd onverwacht heel spannend. Windstil en optrekkende mist toen wij uit Makkum vertrokken. Maar halverwege, op het wad, was de mist terug. Potdicht en dat is niet fijn. Gelukkig had ik al vroeg in het seizoen met het radar geoefend. Dat kwam nu van pas. Ik zat binnen en navigeerde met radar, gps, plotter en kaart. Onze zeilvriend Albert stuurde strakke kompaskoersen die ik hem opgaf. We hadden ook kunnen ankeren, moeten ankeren eigenlijk, buiten de hoofdvaarroute. Maar ik kan de spanning niet te weerstaan. Ik kan dit, de boot kan dit, Albert kan dit. Het ging perfect. In de haven moest ik even bijkomen en staarde naar de hoek van de navigatietafel. Naar de restanten van een soort Inca beeldje dat ons geluk brengt. Het beeldje is grotendeels tot stof vergaan maar haar of zijn geest waart nog rond. Dat kan niet anders.
Ongeveer 20 jaar geleden schreef ik een column over Goden. Vandaag was weer zo’n dag dat ik aan het artikel (voor het blad Zeilen) moest denken door de mist en het beeldje. Een aantal van de gedachten van destijds in heb ik dit verhaal verwerkt.
In de wisselwerking tussen de krachten van de natuur en je nietigheid als mens, moeten Goden ontstaan zijn. We hebben een jaar rondgevaren in het gebied waar de Romeinse en Griekse mythologieën ontstonden en hebben al deze prachtige verhalen verslonden en begrepen ze ineens. Ze klopten helemaal, die Goden hielpen perfect om zaken als de zon, de maan, stormen, aardbevingen, vulkaanuitbarstingen, periodes van droogte, draaikolken en dat soort zaken te beredeneren. En dan is het maar een piepklein stapje om die Goden te adopteren als hulpje in moeilijke tijden. Fantastisch toch! Kortom: wie het ruime sop kiest en de elementen tart moet mazzel hebben om te overleven en een beetje hulp ‘van boven’ kan daarbij geen kwaad.
Ik geloof niet in een almachtige God die op afroep beschikbaar is. Maar ik geloof wel in de kracht van verbondenheid tussen mensen, dat kan ook een soort geestelijk of spiritueel iets zijn. Familie en vrienden wensen oprecht dat wij mooie reizen hebben en vooral dat wij overleven. En geven ons (als het ware) gezegende dingentje. Het begon met een klein speldje in het scharnier van een poort vlak boven de waterlijn van de vorige eigenaar die (in het Deens) Verden for Kristus uitbeeld. Onze moeders gingen voor onze eerste grote reis (1995) gezamenlijk naar Maastricht om een kaarsje voor ons op te steken in de kapel van de Sterren der Zee en brachten een Maria medaillon en bidprentje voor ons mee. Een zwager gaf ons twee kleine zilveren ankertjes. Een vriend die Spanje woont gaf ons een afbeelding van de Spaanse versie van Madonna plus kind. Een schippersvrouw uit Amsterdam gaf ons een wollig speelgoed ratje omdat een schip zonder rat die het schip kan verlaten geen veilig schip is. Een Engelse bohemien waarmee we in Griekenland dagenlang jamsessies mee beleefden heeft in Turkije dagen gevaren om ons te zoeken louter om twee miniatuurversies van zijn trommels te overhandigen om ons een behouden vaart te wensen. Een vriendin van Giny schonk ons twee houten lieveheersbeestjes. Mijn moeder gaf me een heel oud erfstuk bestaande uit een kurk met een miniatuur zilveren VOC schip erop. Onze boot is vol met Goden: mensen die iets kleins gaven om ons er aan te herinneren te overleven omdat wij hun dierbaar zijn. Een hele goede vriend van ons- die ook reiziger is- nam uit de hooglanden van Columbia een afgodsbeeldje voor ons mee dat gezegend is door een soort Inca priester. Het nors kijkende beeldje heeft tijdens een rauwe tocht naar Schotland en Ierland permanent naar mij zitten staren, miraculeus het evenwicht bewarend onder een slap hangend elastiekje. Als beloning heb ik het beeldje op de navigatietafel vastgeplakt. En verdomd als het niet waar is maar na een heftig avontuur in 1999 waarbij onze mast brak en we dreigde te zinken, glimlachte het beeldje naar me. We overleefden weer.
Bij de navigatietafel hebben we een ‘heilig hoekje’ waar al deze geluk brengende voorwerpen verzameld zijn. Drie jaar geleden ging Hennie dood aan kanker. Van hem kregen we het Incabeeldje. Toen zijn laatste lijdensweg begon ging het beeldje langzaam af te brokkelen. Na zijn begrafenis kwam ik aan boord en was het beeldje helemaal uit elkaar gevallen. Ik kan het niet opbrengen om het hoopje restanten op te ruimen. Naar mijn gevoel is dat de Goden verzoeken.