IK WIL NIET MEER EN DAN EEN ZONNESTRAAL

Image

IK WIL NIET MEER EN DAN EEN ZONNESTRAAL

Sinds mijn open hartoperatie eind 2018 ben ik aan het klooien. Alles is relatief geworden. Het is alsof een paar vuurtjes gedoofd zijn die je voorheen brandstof gaven om maar door te gaan als idealist om de wereld een klein beetje beter te maken voor de minder weerbaren in onze samenleving. Het heilige vuur is er niet meer. Maar wat ga ik dan nog doen? Alles wat ik oppakte was halfslachtig en leverde ook nog eens de nodige negatieve energie op. Door de corona-periode bekroop het besef van sociaal isolement. En overal donkere wolken aan de horizon, zover het zicht reikt. De oorlog die mij deprimeert, de klimaatcrisis die beangstigt, een machteloze overheid in een ziek politiek gesternte waar ik soms boos over word. En dat in combinatie met de gebreken van het ouder worden en mijn worsteling met het pensionado zijn. Niet prettig, soms unheimisch om dat rotwoord maar te gebruiken.   Het begon verdacht veel te lijken op het beruchte ‘zwarte gat’. In die periode schreef ik veel van mij af om greep te krijgen op mijn troebele gemoedstoestand.  Cynisch soms, daar schrok ik wel van.  In de winter van ’21-’22 was ik ook zo aan de gang en schreef ik dit:

Ik had en heb geen innige band met Sociale Media. Twitter heb ik altijd al vreselijk gevonden en ben er nooit aan begonnen. Overal die potjes ver pissen van types die goed zijn in oneliners, ik kan daar niet goed tegen. Tegen die oneliners bedoel ik, want ik ben meer van het breedsprakige. Analyses en feiten en zo zodat ik zelf uit kan maken wat ik denk. Meningen op basis van onliners zouden verboden moeten worden. Maar dat kan niet dus kies ik voor vermijdinggedrag. Dat heb ik ook met Facebook, Instagram en die hele wolk aan digitale ’kijk mij nou eens’ sites. Maar voor dat vermijdingsgedrag betaal je wel een prijs. Het heeft even geduurd voor bij mij het kwartje viel, heel raar eigenlijk. Wat er gebeurt, is dat jezelf buiten de community manoeuvreert; je neemt afstand van het wereldje  waar je eigenlijk toe behoort. Door Corona en mijn persoonlijke omstandigheden werd het alternatief, elkaar ontmoeten, problematisch waardoor ik eenzaamheid  voelde. Ik? Dat was tot nu toe iets uit de vakliteratuur, ineens voelde ik mij oud. Als je je niet profileert met meningen of een product op sociale media dan tel je niet meer mee. De herinnering van mensen is gekrompen tot de ‘last post’ (Ik hou van Engelse humor.) Ik doe online wel een beetje mee trouwens: op LinkedIn.  En zelfs op het enige platform waarvan ik deelnemer ben, ben ik slechts héél summier actief. Doe ik iets fout?

Ja, ik doe iets fout als je actief wil blijven als zzp-er op de markt, dan moet je actief profileren. Om het nog ingewikkelder te maken: ik schuif op van onbewust fout naar bewust fout.

Soms zap ik een tijdje door mijn LinkedIn berichten. Met mijn 2300 contacten betekent dat een eindeloze stroom berichten die een goed inkijkje geven waar mijn broeders en zusters in het sociaal domein zoal mee bezig zijn. Dat ik zoveel contacten heb is mij trouwens overkomen, ik zei op alle verzoeken om elkaar te verbinden gewoon oké. Maar dat terzijde. Wat mij steeds weer opvalt is dat LinkedIn eigenlijk niets meer is dan een marktplaats. Wat elke keer door mijn hoofd schiet als ik bekenden voorbij zie komen, zijn de ontmoetingen waarbij we gebroederlijk de marktwerking vervloekt hebben. Dezelfde mensen die zichzelf nu met onliners, creatieve uitingen en filmpjes hun uniciteit en – vooral- hun effectiviteit en maatschappelijke opbrengst profileren. Heel verantwoord op de marktsite voor hoger opgeleide professionals.  Dat is de framing, want LinkedIn is in werkelijkheid een trieste paradox. Duizenden slimme bevlogen mensen die geboren zijn om elkaar te vinden doen hun uiterste best om juist beter en anders te zijn dan de ander.  De dominante olifant in de keuken van de marktwerking is niet zomaar afgeschoten wil ik maar zeggen. ‘Verbinden’ is het mantra in mijn wereldje maar met concullega’s is dat een moeizaam verhaal. Eén van mijn frustraties.

Het staat mij steeds meer tegen. Ik geloof niet in het afhankelijk maken van onze autonomie aan de digitale wereld. We zien dagelijks dat de hardware en software die ons domineert  op alle fronten piept en te kraakt en rioollucht begint te verspreiden. Het geloof in menselijke denkkracht en menselijke empathie is ‘fading away’ ; ik zie dat met lede ogen aan. Perverse gevolgen zijn de toeslagenaffaire, de criminalisering van de gebruikers van de Participatiewet, burgers die op elke vraag van de overheid en gelieerde instanties met wantrouwen bejegend worden. En een machteloos sociaal domein die gecontroleerd wordt door de ‘blauwe colonne’.  Het antwoord op deze onmenselijke crisis is niet menselijkheid, empathie en maatwerk maar investeren in nog meer digitale controle shit.

Vaak moet ik denken aan één van lievelingsgedichten  van mijn partner: Ik ben lekker stout. Van Annie M.G. Schmidt.

Ik wil niet meer, ik wil niet meer!

Ik wil geen handjes geven!

Ik wil niet zeggen elke keer:

Jawel mevrouw, jawel meneer….

Nee, nooit meer in m’n leven!

Ik hou m’n handen op m’n rug

En ik zeg lekker niks terug!

In de zomer van 2022  werden de grijstinten in mijn hoofd verdreven door een zonnestraal. De lichtflits  was een simpele gedachte, berustend ook: ik hoef de wereld niet meer te veranderen. Je hebt niet het eeuwige leven dus doe wat je aan het hart ligt, zoek het tegengif voor de depressie. Dus géén hopeloze opdrachten meer aannemen terwijl je echt wel weet dat het eindigt in hommeles en slapeloze nachten.  Of bozige notities schrijven vol onhaalbare handreikingen hoe alles anders kan.  Het hart ligt daar niet (meer) maar wél bij varen in de buitenlucht, ongedwongen onder mensen zijn, verhalen kunnen vertellen.  Met de Shelter vaar ik weken rond, de laatste zomers met -naast Giny natuurlijk- vele gasten. Heerlijk hoogtepunt van het jaar voor mij. Kan dat vaarseizoen  niet veel langer duren Lieve Heer !! Ja dat kan:

Rondvaartboot kapitein!

En daar schreef ik ook een kort verhaal over hoe dat ineens echt gebeurde.