INEENS RONDVAARTBOOT KAPITEIN

Image

INEENS RONDVAARTBOOT KAPITEIN

Karma, het moest wel uit de lucht vallen. Afgelopen zomer (2022)  gebeurde het. Prepensioen geregeld, berusting, tijd zat om luchtig te babbelen met mijn nieuwe buurman, Peter,  in de jachthaven. Ik kwam er achter dat hij rondvaartboot kapitein is op de Amsterdamse grachten. Als grap vroeg ik: ‘Wat leuk! Hebben ze ook nog 65-plussers nodig?’ ‘Ja’ was het antwoord, ‘dit is het telefoon nummer.’ Het zaadje gepland.

Half oktober, uitgezeild, een lange donkere winter met bijbehorende somberheid doemt als een schrikbeeld op. Het heeft even geduurd maar ik heb toch écht afscheid genomen van oude werk. Meer vrijwilligerswerk doen in het sociale domein dan ik al doe, wil ik niet. Ik heb een nieuwe uitdaging nodig, iets waar mijn hart ligt. Varen, onder de mensen, een beetje uitdaging, gewoon iets anders.  Bel ik wel of bel ik niet? Peter zei ‘je moet gewoon vragen naar Angelique’. Tot tien  geteld, nog een week geaarzeld, nog een keer tot tien geteld en toen toch de stoute schoenen aan getrokken en gebeld. Een week later zat ik in ‘de bloemenboot’. Gewoon aan de keukentafel. De woonboot is het hoofdkwartier van rederij Smidtje aan de Ruysdaelkade. Op het randje van het ‘red light’ strookje van de Pijp. Een grappige entourage die mij wel bevalt. Ik heb nu eenmaal wat met  rafelrandjes.  Nou wil het geval dat ik tientallen sollicitatiegesprekken heb gevoerd als werkgever en nu aan de andere kant zat. Heel apart. Want het was geen sollicitatiegesprek. Beetje babbelen over motivatie, ervaring, opleiding en Amsterdam kennis. Ondertussen zag ik mijn ooghoeken allerlei volk in- en uitlopen, samen werken  en dollen (ook dat beviel mij wel). Een imposant type in uniform, met een grijs knotje, kwam de keuken inlopen. ‘Nou dat komt uit’ zei Angelique, ‘dit is Leo, kapitein baas’, kan je meteen een afspraak maken voor een proefvaart’. Pardon??  En, o ja, “wat is je uurtarief’ vraagt Angelique. Echt??

Met een afspraak dat ik een week later op de Wilhelmus mijn kunsten mag vertonen aan Leo stap ik op de fiets naar huis. Een beetje in de war. Twintigers roepen in zo’n geval ‘Hoe Dan?” En meteen bekruipen de twijfels: kan ik wel op die boten varen, ken ik vaarwegen eigenlijk wel, wat zijn de vaarregels, hoe zit het met de vaarbevoegdheid? Wat ben ik eigenlijk aan het doen?

De week voor de vaarproef heb ik mij suf gegoogeld over de vaarbevoegdheid. Lang verhaal kort: door een stapeling van regels, belangen, protocollen en bureaucratie is het gelukt, volgens goed Nederlands gebruik, iets simpels héél ingewikkeld te maken. Vooral voor een oudere zij-instromer.  Duidelijk was al snel dat mijn diploma van de Enkhuizer Zeevaart School (EZS) geen waarde heeft want dit is binnenvaart. Ook veertig jaar ervaring als zeezeiler en chartervaart heeft geen betekenis. Het komt erop neer dat je helemaal onderaan de ladder begint aan een langjarig carrière- c.q. opleidingstraject.  Die begint met klein vaarbewijs, marifooncertificaat, een Dienstboekje (monsterboekje voor de binnenvaart) en een medische keuring. Dan mag je een beperkt aantal (kleinere) botentypen  varen, maar bijvoorbeeld het Y niet op (waar ik al 40 jaar vaar!). Dat is stap 1 om als schipper te starten. En dan volgen nog een heleboel stappen (en forse opleidingskosten!) en héél veel vaaruren die leiden tot het begeerde Groot Vaarbewijs waarmee je alles wat drijft in Amsterdam mag varen tot elke uithoek van het land.

Het proefvaren met de Wilhelmus onder begeleiding van Leo was een welhaast hallucinatoire ervaring: gebeurt dit wel echt? De boothandling is natuurlijk totaal anders dan ik gewend ben op weerbarstige langkielers zonder boegschroef. Het is even wennen maar wel leuk; varen blijft varen. Evenals het kruipdoor-sluipdoor gebeuren op de grachten dat in de vallende duisternis lijkt op een trailer van een spannende film. En dan dat marifoonverkeer. ‘Wilhelmus, Thorbecke, Burgemeester’ is de boodschap van Leo of ‘Wilhelmus, Brouwers, Prinsen’  Pardon? Niet bepaald zoals het volgens de regels hoort en ik gewend ben. Ik leer al meteen dat er een officieus  Amsterdams Marifoon Protocol bestaat; volgens goed Amsterdams gebruik blijkbaar gedoogd door de autoriteiten omdat het wél functioneel is. Je hebt bitterballenboys die hun hapjes afleveren per koerier en een cateraar (VDK in het jargon) op de Prinsengracht waar je soms wel twee keer per rondvaart langs moet. Ik leer ook dat ‘rondvaart’ het verkeerde woord is; het is ‘vaartje’ . Leo vond na deze eerste ervaring dat ik genoeg had laten zien om ook op andere boten te oefenen met andere schippers. Het Smidtje en Rinske heb ik daarna ook bestuurd. Als meevarende beginneling kreeg ik ook een inkijkje in het bedrijfsgebeuren. Dat was een ontnuchterende ervaring. Ik begon totaal onbevangen aan dit avontuur, in een soort waas, geïdealiseerd wellicht. De werkelijkheid is dat het een vak is: jij bent chauffeur in een uitdagend stukje vaarwater van (in wezen) varende horecagelegenheden en soms varende luxetaxi’s. Of je vaart steeds hetzelfde rondje met toeristen. Maar in de omgang met gasten en door zelf een gidsrol in te vullen kan je er wel een persoonlijk cachet aan geven. Na deze eerste proefvaart ben ik gestart om  de paperassen  voor de vaarbevoegdheid in orde te krijgen, stap 1 dus om als ‘jongste bediende’ aan de slag te mogen.

Eerlijk is eerlijk: gedurende de laatste -vierde- proefvaart werd ik moedeloos: ik kreeg de boothandling niet goed onder de knie. Ik was er van overtuigd dat dat wel zou lukken met meer oefening, maar ja…; zit rederij Smidje wel te wachten op een schutterende oudere zij-instromer? Leo vond dat ik het gewoon moest proberen op de kleinere salonboten De Liefde en Terra Nova. Hij noemde mij tussen neus en lippen een ‘hobbyschipper’ en liet doorschemeren dat daar ook wel ruimte voor is. Zeg maar tegen Lisa dat ze je  in kan roosteren. Pardon, echt? Op 24 december (kerstavond) maakte ik mijn maidentrip op een salonboot gebouwd in 1902. Na een uurtje uitleg over het varen met de Terra Nova door Leo. Dat vaartje samen met host Pauline zal ik niet snel vergeten. Niet veel problemen met de boothandling, het was gezellig met het gezinnetje aan boord, beetje Light Festival  gids gespeeld alsof dat de gewoonste zaak van de wereld was. Opgefleurd door kerstliedjes die Pauline wist te vinden (dat kon dus ook) en nog een fooi toe ook. De nacht die volgde kon ik niet slapen en de film van het vaartje bleef maar hangen: is dit echt?

Ik was ineens rondvaartboot kapitein. Met het besef dat ik nog een hoop moet leren want dit is een echt vak waarvan je de fijne kneepje alleen leert door te doen. Maar, voor mij het belangrijkste: ik ben weer onder de mensen, collega’s en gasten. Bovendien voelde ik mij na een aantal weken ook echt welkom in ‘het wereldje’.  Ik ga er voor, het visioen van de winterdepressie is verdwenen.