MIJN GESCHIEDENIS ALS SOCIAAL ONDERNEMER
Gevoed door opvoeding, opleiding en levenservaring ben ik gefascineerd geraakt door de processen van overleven en emancipatie in de marges van onze rijke samenleving. Vanaf het begin van mijn professionele loopbaan ben ik een pleitbezorger van maatschappelijke participatie van de onderklasse in onze maatschappij. Mijn analyse is dat een samenleving waarin groepen uitgesloten worden en sociaal gezien geïsoleerd leven, gedoemd is uiteen te vallen met alle spanningen die daarbij horen is. Mijn overtuiging is dat een fatsoenlijke samenleving slechts bestaat indien het de voorwaarden schept tot de emancipatie van degenen met de minste kansen.
Sociaal ondernemen deed ik vanaf 1979 als welzijnswerker al met een nieuwe vorm van actiegericht groepswerk. Met één van de groepen kregen we zelfs een eigen rubriek in het toenmalige dagblad De Waarheid. De pech was dat begin jaren tachtig rigoureus bezuinigd werd en ‘mijn buurthuis’ ook verdween. En kreeg ik als bevlogen actievoerder ruzie met ‘de politiek’ en ‘de bestuurders’ en oriënteerde mij mede daarom op zelf ondernemen. En kreeg die kans in 1983 toen mij goedgezinde ambtenaren op onnavolgbare wijze de afgeschreven en leegstaande camping Zeeburg naar mij toeschoven. Camping Zeeburg was het eerste bedrijf dat ik – samen met vele anderen natuurlijk- opbouwde vanuit het concept werkervaringsbedrijf voor werkloze jongeren. Later kwam daar ook nog de dagbesteding voor ggz cliënten bij. Gaandeweg konden steeds meer werkervaringsplekken omgezet worden in betaalde banen. De groei van de camping ging met vallen en opstaan en was voor mij óók een ingrijpende leerschool. Ik heb toen óók geleerd dat iedereen een uiterste houdbaarheidsdatum heeft, ook ik. In 1995 was het klaar. Daarna is de camping onder leiding van Toon Weijenborg gestaag doorgegroeid. Documentairemaker Hans Polak maakte in 1994 een mooie film over de camping, een boeiend tijdsbeeld. Je kan de documentaire hier nog terugkijken.
In diezelfde periode heb ik het concept En Route ontwikkeld en samen met een aantal kanjers vorm gegeven in het toenmalige stadsdeel Westerpark. Het was het eerste wijkgerichte reïntegratiebedrijf in Nederland met en voor wijkbewoners. Ondergebracht in een stichting met een bestuur vol klinkende namen. We waren héél succesvol en delegaties uit binnen- en buitenland liepen de deur plat. Paradoxaal genoeg waren we succesvol omdat we ons niet aan de regels hielden. Ervaringsdeskundige wijkbewoners waren de begeleiders, niet de professionals. En dat werkte: achter elkaar hielpen de ene na de andere ‘onbemiddelbare’ aan het werk. We organiseerden outreachende spreekuren in o.a. coffeeshops en pleintjes. Arbeidsbemiddeling deden we zelf met behulp van gepensioneerde managers uit het bedrijfsleven. Met deze onorthodoxe aanpak liepen we echter te ver voor de troepen uit en ik realiseerde mij dat te laat. In de media had ik ook net iets te veel tegen de vermolmde instituties aan getrapt. Rücksichtlos trok de toenmalige Arbeidsvoorziening de stekker eruit en ging de stichting in 1995 failliet. Zelfs een interventie van de toenmalige staatsecretaris Melkert slaagde niet. Een hele harde leerschool, ook omdat ik ook nog eens een jaar achterstallig loon misliep. Ik geloofde zo in het concept dat ik mij niet kon voorstellen dat het mis kon gaan. Achteraf heel naïef.
Toch kon ik het niet laten nadat ik in 1997 in Nederland terugkeerde na een zeilende sabbatical van twee jaar. Twee gepensioneerde managers en Hans Brugman uit de En Route tijd waren onder de radar gewoon doorgegaan met arbeidsbemiddeling. Zij vroegen mij om met inzet van nieuwe fiscale regels een bedrijfsplan te maken voor een detacheringsbedrijf voor langdurig werklozen. We gaven het bedrijf in dop de naam Koersvast. Een jaar later brachten we het project onder in een bv waarvan ik de eigenaar werd. Samen met de werknemers van het eerste uur Huig de Groot en Shirley Goeptar hebben we het bedrijf opgebouwd. Twaalf jaar later, in 2012, heb ik het bedrijf over gedaan aan uitzendbureau Baan. Weer dat verhaal van een uiterste houdbaarheidsdatum. In die twaalf jaren transformeerde het bedrijf van een detacheringsbureau naar een uitzendbureau aan de onderkant van de arbeidsmarkt voor veelal ‘de moeilijke gevallen’. Met een andere bv die ik oprichtte haalde ik allerlei projecten binnen -d.m.v. aanbestedingen- die door training mensen naar betaald werk bij o.a. Koersvast toeleiden. Dagelijks hadden we zo’n 100 tot 120 mensen aan het werk en lukte het om zo’n 60 mensen per jaar door te laten stromen naar een vast baan. Dat was een super goede score!
In de Koersvast periode heb ik weer veel geleerd. In ieder geval hoe je voorkomt dat je door idealistische naïviteit ten onder gaat. En dat was best een opgave in een moeilijke markt met kleine marges. Met dank ook aan sociaal investeerder Start Foundation. De directeur, Jos Verhoeven, zei ooit tegen mij: ‘het meest asociale wat je kan doen is failliet gaan’. En hij regelde dat ik coaching kreeg van KPMG in de bedrijfsvoering, sturen op data en benoemen en vastleggen van sociaal rendement. Heel nuttig: een wereld ging voor mij open! Daarnaast leerde ik veel over kosten-baten- analyses en het berekenen van maatschappelijk rendement. Niet alleen theoretisch maar ook hoe je dat toepast.
Hoe ik het opbracht weet ik niet, maar naast uitzendbureau Koersvast startte ik in 2005 na een jaar voorbereiding en een aanbesteding een heel groot -tweejarig- project voor het toenmalige stadsdeel De Baarsjes: “Bouwen aan Burgerschap”. Er werden 150 vrouwen in de bijstand waarover (grote) zorgen waren achter de voordeur benaderd om zorg en ondersteuning te bieden en te activeren. ‘Meedoen!’ was ons motto. Voor de deelneemsters (en partners!) was de aanpak niet vrijblijvend: we konden DWI-dwang toepassen. Dat leverde kritiek op in sommige media maar de kritiek verstomde snel toe duidelijk werd hoe ernstig de situatie bleek te zijn achter veel voordeuren. Bouwen aan Burgerschap (ik heb de betiteling overigens altijd zeer ongelukkig gevonden) was een complex project waarbij we met DWI (sociale dienst) nauw samen werkten, evenals met veel verschillende welzijnsinstellingen in de Baarsjes. Ook weer veel van geleerd, met name hoe je de samenwerking tussen al die betrokken managet, zowel in de communicatie als interactie en dynamiek. Maar ook als het gaat om de geldstromen tussen al die instellingen. De resultaten mochten er zijn (het eindverslag kan je nog van mij krijgen) net als de publiciteit die we kregen. Weer kregen we de ene delegatie na de ander op bezoek om ‘van ons te leren’. “Dit project moet gecontinueerd en uitgerold worden” riep onze opdrachtgever (stadsdeel) en dat mantra werd zelfs in de gemeenteraad herhaald. Maar daar dachten ze in de Stopera anders over. Het project moest geanalyseerd worden in ‘werkzame bestandsdelen’ en die moesten door bestaande instellingen uitgevoerd. Een project was er om van te leren, niet om te continueren. Daar is het nu eenmaal een project voor. Toen is er iets in mij geknapt. En een zaadje gepland: mijn latere rol als praktijkonderzoeker naar de Projectencarrousel.
Ik heb altijd samengewerkt met kanjers met zelfde drive en visie, anders bereik je niets. Bij Bouwen aan Burgerschap waren dat o.a. Yvonne Wijland en Phlip Korthals Altes. Phlip heeft tot de dag vandaag doorgewerkt met de vrouwen van Bouwen aan Burgerschap in de Baarsje. Het project bleek achteraf toch een steen in de vijver waarvan de rimpels golfjes werden die doorrolden. En kijk nu, 15 jaar later is vanuit deze groep vrouwen het initiatief (betaalde) buurtbanen voortgekomen. Inmiddels goedgekeurd door de gemeenteraad. Mijn diepe respect!
Na Bouwen aan Burgerschap heb in 2008, enigszins gedesillusioneerd, een break genomen, een studiejaar. Over wat later de projectencarrousel is gaan heten. Daarover kwam ik in gesprek met Nicis, Start Foundation en het ministerie van toenmalig Minister Vogelaar (wijkaanpak). En kon ik dit thema als praktijkonderzoeker bij de hoorns pakken en dat bleek het startpunt voor een nieuwe carrière als 50 plusser. Voornamelijk als beleidsadviseur en ontwikkelaar van vernieuwende aanpakken in het sociaal domein. Daarbij dankbaar gebruik makend van mijn ervaringen en de opbrengsten van al die experimenten waarbij ik in de praktijk betrokken was
Ik behoorde bij de pioniers in het sociaal ondernemen. En ik ben echt verheugd als ik observeer dat maatschappelijk verantwoord ondernemen, waaronder het sociaal ondernemen, niet meer weg te denken is. En ik ben er van overtuigd dat deze beweging door zal groeien en in belang zal toenemen.